Dan vier je met elkaar een Dank –
en Oogstdienst. En dan hebben we een fantastische week achter de rug met de
inzameling van allerlei goederen voor de Voedselbank. En dan staan we met
elkaar stil bij het begrip dankbaarheid.
Dankbaar zijn hebben we aangeleerd.
Als je op je verjaardag een cadeautje kreeg van een tante, dan zei je moeder:
“En wat zeg je dan?” En dan moest je zeggen: “Dank U wel!” Daar begint het mee,
met ‘Dankuwel’ zeggen.
Het is dus een soort beleefdheidsvorm, dat om te beginnen. Zelfs tegen de postbode zeg je nog: ‘Dank je wel’, als hij je het zoveelste bol.com-pakket heeft overhandigd. Maar het is ook meer.
Echte dankbaarheid is een gevoel, een emotie. En daarbij zijn dan twee dingen van belang. Het gaat om iets, wat jij krijgt, zonder dat je het zelf verdiend hebt of zonder dat je er zelf recht op hebt. Voor je salaris hoef je niet dankbaar te zijn, want daar heb je gewoon recht op. Je kunt er wel blij mee zijn, of je kunt vinden dat het te weinig is, maar daar blijft het ook wel een beetje bij. Het gaat vervolgens om dingen die je zelf niet bedacht hebt of waar je zelf niet toe in staat was. Zo kun je dankbaar zijn voor je kinderen. En even afgezien van de liefdesdaad die daarvoor nodig is, wij kunnen het leven niet maken, het is ons gegeven, en zeker als alles min of meer goed gaat, kunnen we dankbaar zijn voor het leven dat wij in onze kinderen hebben gekregen.
Dankbaarheid is ook een geloofsdaad.
Er staat in de Bijbel zelfs een opdracht tot dankbaarheid: “Weest dankbaar.” En
dat is op zich niet eens onlogisch. Wij geloven, dat het leven ons gegeven is.
En niet alleen ons, maar ook alle mensen om ons heen. Ook zij hebben het leven
van onze Schepper ontvangen, en als zodanig zijn zij als Zijn schepselen ook
ons gegeven. Dankbaarheid voor het leven, dankbaarheid voor de mensen die jou
gegeven zijn – het is nogal wat. En als die mensen die jou gegeven zijn, ook
nog eens het goede aan en voor jou doen, dan rest er niets dan dankbaarheid.
Dankbaarheid is ook een kunst,
een vorm van levenskunst. Het thema van de Startzondag was: ‘Het Goede Leven’.
Binnen het concept van het goede leven past dankbaarheid als levenshouding
uitstekend. Zoals iedereen misschien wel herkent, zijn er mensen in deze wereld
die in een soort permanente staat van dankbaarheid lijken te verkeren. Met het
minste of geringste zijn ze blij, en alles aanvaarden ze als een zegen van de
Allerhoogste. Fantastisch. En die levenshouding is ook een soort permanente
oriëntatie, laat ik het kort zeggen, op de hemel en op God zelf. Want wie in al
het goede de hand van de Eeuwige ziet, moet wel een blij en dankbaar mens zijn,
een gelukkig mens. Dankbaarheid is de terugweg van de zegen. Dankbaarheid is
het antwoord op al het goede dat we kunnen ervaren.
En als dankbaarheid de grondslag,
de grondhouding van je leven is, kun je veel meer aan dan wanneer je
alleen maar negatief bent, overal kritiek op hebt, gespitst bent op wat er
verkeerd kan gaan, argwaan toont naar alles en iedereen; enfin, daar hoef ik
niet over uit te weiden.
Dankbaarheid gaat dus over dingen
of gebeurtenissen die voor jou waardevol zijn, en die een ander zonder enige
verplichting aan jou doet. Nou, daar kun je als mensen onder elkaar heel veel
over zeggen, en dat moet je ook doen. Hoeveel waardevolle dingen doen andere
mensen jou aan, terwijl je daar niet eens om gevraagd hebt, bijvoorbeeld? Maak
daar eens een lijstje van voor vandaag, en de komende dagen.
Maar als je dat ook doet in de
richting van je Schepper, dan wordt het allemaal nog dieper en voller, breder
en intensiever. Waardevolle dingen zonder enige verplichting. Begin dan maar
bij het leven zelf. We hebben het gekregen, en het is ons meest waardevolle
bezit. We hebben er zelf niks aan gedaan, maar het is ons grootste goed. En was
de Heer, onze God, verplicht om ons dit leven te schenken? ‘k Dacht het niet.
Onlangs las ik een paar tips van Ignatius van Loyola om om te gaan met crises, zoals de huidige coronacrisis. Eén zin trof me in het bijzonder: “Elk moment is een uniek en kostbaar geschenk”. Elk moment in ons leven is een van God gegeven moment, en dus een van God gegeven geschenk. Elk moment. En ook al gebeuren er geen bijzondere dingen in dat moment, er liggen wel bijna altijd kansen, mogelijkheden om die dingen te doen die we zelf waardevol vinden. En daarom zijn zelfs de dingen die we voor ons zelf doen, en die wij voor ons zelf waardevol vinden, redenen voor dankbaarheid.
Niet elk moment bevat uitsluitend
het goede of de zegeningen van de Allerhoogste. We kennen allemaal momenten van
verdriet en tegenslagen, momenten waar weinig goeds aan te ontdekken is. Maar
op de één of andere manier wegen het verdriet, de rouw, tegenslagen, de ruzies
en de onenigheden niet op tegen de veerkracht en de energie, tegen de
spiritualiteit en de creativiteit die we als Gods mensen nu eenmaal in ons
hebben. En per saldo, soms na heel zware maanden of misschien zelfs jaren,
kunnen we dankbaar zijn dat we de crisis beter uitgekomen zijn dan we er
ingegaan zijn. Soms gaat dat helemaal niet, dat weet ik ook, maar in heel veel
gevallen gelukkig wel.
Dankbaarheid, dankdag,
dankbaarheid. Is dat te leren? We zijn misschien niet zulke dankbare mensen. En
we vinden het wel prima. We danken toch voor ons eten, wat wil je nog meer?
Het gekke is, dat je je er wel
degelijk in kunt trainen. Sta op geregelde tijden stil bij de dingen die je in
de afgelopen dag of de afgelopen uren hebt meegemaakt. En vraag je je dan af,
hoeveel dingen er geweest zijn die voor jou waardevol waren, en die je van een
ander aangereikt hebt gekregen. Niet vragen: ‘Wat is er allemaal mis gegaan’,
maar ‘Waar kan ik een teken, een signaal ontdekken van het goede dat de
Allerhoogste mij door zijn mensen mee wil geven?’
En om al die ervaringen niet te
vergeten, is het handig om ze simpelweg bij te houden. Klein schriftje, Word-bestand,
gele Post-itblaadjes, het maakt niet uit. Want je bent heel snel vergeten wat
de redenen tot dankbaarheid van gisteren waren.
Dankbaarheid ervaren is ook in
dankbaarheid leven. Je ontkomt er bijna niet aan om veel en veel vaker tegen
anderen simpelweg te zeggen: “Heel hartelijk dank voor wat je nu weer voor me
gedaan hebt!” En laten we dan vooral, of om mee te beginnen, afleren om te
zeggen: “Geen dank!”. Want dankbaarheid heeft iets wederkerigs, het maakt
onderdeel uit van een relatie. Dankbaarheid is eerbied voor wat jou overkomt.
En dat mag je nooit afwimpelen.
Misschien moeten we het de
komende maanden veel vaker over dankbaarheid gaan hebben, over de blijdschap
van de dingen die ons overkomen, juist in deze vreselijke coronatijden. En
misschien dat we dan ook wel mogen gaan vaststellen, dat een dankbare levenshouding
een heel goed medicijn is tegen negativiteit, moedeloosheid en opgebrandheid.
Ik sluit af met de woorden van
Paulus uit 1 Thessalonicensen 5: 18: ‘Dankt God in alles!’ Alles!
Amen.
Recente reacties