De kloof is leeg. Leve de kloof!

Onze samenleving kenmerkt zich onder andere door een enorm aantal kloven. Denk alleen maar aan arm versus rijk, westerse versus niet-westerse achtergrond, hoogopgeleide versus laagopgeleide ouders, en ga zo verder de vinkjes van Joris Luyendijk maar langs.

De kloven lijken niet of nauwelijks te overbruggen.

En op zich is dat niet nieuw. In de 17e eeuw was het zo ongeveer precies hetzelfde. Dat betekent dat de wereld niet per se kapot zal gaan, omdat er een aantal tweedelingen in de maatschappij bestaan. Een groot verschil met de 17e eeuw is volgens mij dat we op dit moment geen enkele brug hebben. In de 17e eeuw hielden elementen als godsdienst, beschaving en een grote mate van plichtsbesef de uitersten nog een beetje bij elkaar. In de 21e eeuw is dat totaal verdwenen.

Oude kloven

Halverwege de 20e eeuw spraken we nog van zuilen, en tussen die zuilen waren contacten mogelijk. Ze overtuigden elkaar niet, maar ze konden samenleven, al kwam de kwaliteit daarvan vaak niet uit boven een soort vreedzame coëxistentie.

Het politieke landschap van vandaag de dag in Nederland lijkt op de Grand Canyon: enorme kloven waar je eigenlijk niet overheen kunt stappen. Die beeldspraak is voor Nederlandse begrippen misschien een beetje te groot, maar toch. Aan elke kant van de kloof staan partijen die op geen enkele manier vanuit de andere kant te benaderen zijn, of daar ook maar het minste contact mee willen hebben.

Dus van samenwerking tussen deze plateaus valt uiteindelijk niets te verwachten. Simpel gezegd: Frans Timmermans en Geert Wilders gaan nooit vrienden worden. Ze bereiken elkaar niet, ze snappen elkaar niet en ze willen elkaar niet.

Die kloof is volgens de meeste mensen niet te dichten, en daarom houdt iedereen die in stand.

Bruisende rivier tussen de rotsen

Maar! Wat gebeurt er ín die kloof? Op de beelden van de Grand Canyon is steeds te zien, dat er een riviertje stroomt tussen de onoverbrugbare kloven. Een riviertje. De kloofdelen zelf zijn dor, doods, levenloos, zonder toekomst. Maar diep van binnen bruist het leven. Daar is water, daar is hoop, daar is toekomst.

Dat riviertje zal de uitersten waar het zich tussendoor kronkelt, nooit verenigen. Maar het is wel een kracht met meer hoop en power dan de doodse rotsen waar het zich tussendoor begeeft.

Dat riviertje heet CDA.

Het CDA heeft nogal wat tegenslagen te verduren gekregen. Maar het is daardoor nooit versteend, nooit verhard, nooit geradicaliseerd. En dat biedt temidden van bijna alle andere partijen, perspectief.

Daar, onderin die kloof tussen de harde uitersten stroomt het, leeft het, beweegt het. Er groeit iets aan die bijna doodgewaande politieke stroming, het CDA. Op 9 november komt deze bruisende beweging bijeen om duidelijk te maken dat ons land in de komende tijd het niet moet hebben van de onverenigbare uitersten, maar van een bruisende, frisse en levendige stroom van water.

Rivier als uitweg

Daar zou wel eens de uitweg kunnen liggen voor iedereen die de eenzijdigheid inziet van het kamp waar hij of zij zich toe aangetrokken voelt. Je bent ‘links’ of je bent ‘rechts’, en tussen die twee gaapt een kloof.

Maar ziehier!

Temidden van de uitersten dient zich een frisse middenstroom aan. Jaren hebben we die massaal genegeerd, maar hier is ze. Live and kicking, terug van weggeweest, in het midden van de kloof.

De toekomst is niet aan de steenachtige rotsen aan weerszijden van de kloof, maar aan de frisse waterstroom er tussenin.

Een goede toekomst van Nederland ligt binnen handbereik! Leve de kloof!

Jan de Visser











Jacobus en Johannes

Het waren twee van de drie meest geliefde volgelingen van Jezus. Op enig moment vragen ze om links en rechts van Hem te mogen zitten, als Hij, Jezus dus, in zijn glorie is aangekomen.

De enorme kritiek die dat deze mannen heeft opgeleverd, overheerst in veel commentaren en preken. Ik sta er een beetje anders in. Via deze link kun je de hele preek lezen (zonder bijbehorende liederen, maar die bedenk je er zelf wel bij.)

Het is niet erg en niet fout om dichtbij Jezus te willen zijn. En het liefst zo dichtbij mogelijk. Wie wil dat nou niet?

Ik pleit voor een kleine herwaardering voor deze twee belangrijke mannen uit het evangelie.

Een brief aan Wilders? Ja!

Aan de heer G. (Geert) Wilders
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Afgelopen vrijdag (18 oktober 2024) heeft de predikantenbeweging ‘Op Goed Gerucht’ een studiedag gehouden over politiek en religie. Sprekers waren Jaap Smit, predikant en voormalig Commissaris van de Koning en Joost Röselaers, predikant en auteur van ‘De leegte voorbij’.

In de voorbereiding op deze dag zat ik te overdenken, hoe vrijblijvend het kan zijn als je maar blijft praten over dit onderwerp, zonder er iets aan te doen, gesteld dat je dat nodig vindt.

Ik heb me toen aan een poging gewaagd om iets te schrijven vanuit de vraag: hoe kun je als pastor de politiek c.q. een politicus benaderen? Mijn grootste probleem in de politiek heet Wilders – laat ik daar helder over zijn. Misschien een beetje overdreven, maar Wilders is voor mij zo ongeveer de belichaming van het politieke kwaad in ons land. Ik kan werkelijk geen greintje waardering opbrengen voor wat deze man heeft gedaan. Hij is al ongeveer 25 jaar Kamerlid, maar zit bijna nooit op z’n plek. Hij heeft ongeveer net zo lang een peperdure beveiliging, en zijn prestatie? Bijna niets.

Hij is fractievoorzitter van de grootste partij in de Tweede Kamer, en heeft het initiatief voor een nieuw kabinet genomen. Daar is een regering uit voortgekomen, zeker. Maar het is in geen enkel opzicht het kabinet-Wilders, zelfs niet in afgeleide zin, want in de eerste honderd dagen van deze regering heeft hij tal van aanvallen op die regering ondernomen.

Wilders heeft geen kabinet, hij heeft geen partij met leden, hij is lucht.

Hij is aanwezig bij de herdenking van het leed dat het volk Israël is aangedaan, maar hij staat net zo makkelijk op de foto met de grootste antisemieten van deze wereld.

Als Wilders al iets is, dan is dat de belichaming van het politieke kwaad in ons land.

Ooit was er iemand met een profetisch karakter die de mensheid voorhield wat goed is voor een mens: rechtvaardigheid, liefdevolle trouw en nederigheid in de omgang met mensen. Het tegendeel hiervan zie ik in Wilders. En daarom noem ik hem, als tegenstelling tot de waarheid, de belichaming van het kwaad. Hij is opzettelijk, bewust en weloverwogen in geen enkel opzicht betrouwbaar, hij bedrijft grote onrechtvaardigheid in zijn benadering van eenieder die hem niet aanstaat, en iedere vorm van ootmoed of nederigheid is hem vreemd. Nu geldt dat laatste ook voor iedereen in de politiek; nederige politici ken ik niet; misschien juist daarom.

Ik houd niet van vijandbeelden (hij is niet mijn vijand), maar een groter tegenstelling dan tussen Wilders en mij kan ik me niet voorstellen.

Wilders zal zeggen, dat hij wél vijanden heeft, en dat hij daarom niet in vrijheid kan leven; permanente beveiliging enzovoort. Het is min of meer in hem te prijzen dat hij het daar bijna nooit over heeft, maar ik denk dat hij argumenten die daarop gebaseerd zijn, als zwaktebod van hemzelf ervaart, en dat vindt hij waarschijnlijk nog erger dan de beveiliging zelf.

Ik probeer de opdracht te volbrengen die ook in één van die oude geschriften staat: ‘Heb uw vijanden lief’. (terwijl hij niet eens echt mijn vijand ís!) Het makkelijkste is het om dat binnenskamers te zeggen, of in een studiedag over religie en politiek, maar ik wilde het daar niet bij laten. Daarom heb ik hem eenvoudigweg een brief geschreven, zie DEZE LINK.

Mijn oproep aan alle lezers is om een dergelijke brief te schrijven of op welke manier dan ook gestalte geven aan Jezus’ opdracht om je vijanden lief te hebben. Ik weet dat ook in kerken, en mogelijk ook in het predikantenbestand een slordige 25% zich tot de PVV bekent, dus misschien is ook in kerkelijke kring bovenstaande oproep controversieel. Ik hoop van niet, want dat betekent dat de rest van de kerkleden en pastores aan deze oproep gehoor zouden kunnen geven.

Ben benieuwd.

Jan de Visser

Preek over Marcus 9: 30 – 37

Gemeente,

Vandaag wil ik het eens niet hebben over Gods Koninkrijk. Daar is in de loop van de jaren al zoveel over gezegd, dat het eigenlijk allemaal herhaling is van wat we al weten of horen te weten.

Vandaag wil ik het hebben over Gods Kinderrijk.

In het evangelieverhaal confronteert Jezus het haantjesgedrag van zijn leerlingen met een kind.

Zij houden zich volgens het evangelieverhaal van vanochtend bezig met de vraag wie het belangrijkste is.

Wie heeft het meest opvallende hoedje op, en is de vriendin van premier Dick Schoof nu de first lady van het land of toch koningin Máxima?

Heeft het nieuwe kabinet het voor het zeggen, of toch de Raad van State met zijn snoeiharde kritiek op het visieloze beleid?

Wie is de belangrijkste man of vrouw in deze wereld?

Jezus neemt zijn leerlingen apart voor onderricht. We laten ons heel even niet afleiden door wat er allemaal ‘out there’ gebeurt, jullie moeten even heel geconcentreerd naar Mij luisteren. Het gaat wel ergens over.

Ze, dat zijn de overpriesters en schriftgeleerden, willen Mij ausradieren, kapot maken, verbrijzelen. En dat gaat ze lukken, want ze zijn heel machtig. Maar Ik heb iets in Mij, Ik heb een perspectief, Mij van de Vader gegeven, dat véél en véél verder reikt dan dit. Uiteindelijk gaat het niet om de macht, maar om het delen van kwetsbaarheid en oorspronkelijkheid.

Niet de Trumpjes van deze wereld of de Schoofjes van ons land, maar de kleinkinderen – daar draait het om. Kinderen, in het Grieks paidion genoemd – als je leeft en regeert zoals zij, dan komt het goed.

Daar zit natuurlijk ook wel een beetje idealisme bij van de kant van Jezus, want iedereen kent de verhalen van kinderen die elkaar op de peuterspeelzaal het leven al moeilijk maken. Maar vergeleken bij de positie van kinderen in het Midden-Oosten in Jezus’ tijd stelt dat niks voor. Bovendien waren er toen nog geen peuterspeelzalen.

Gods Kinderrijk.

Kinderen hebben geen programma, dat is één. Beleef elke dag alle dingen als waren ze nieuw. Wat zou dat een vreugde opleveren!

Er komen vreemde mensen ons land binnen. Met kinderen! Wat leuk! We spreken elkaars taal niet, maar dat is op de camping in Frankrijk ook zo. En ondanks dat kunnen we toch samen spelen.

Jij krijgt van je moeder iets in je handen geduwd wat je niet kent, en je eet het gewoon op. Is dat lekker? Mag ik ook eens …?

Gods Kinderrijk.

Natuurlijk zijn we geen kinderen. We hebben dingen geleerd, we hebben soms heel veel dingen geleerd. HBO-opleidingen, universiteit, sommigen. We weten hoe we een warmtepomp moeten aanleggen, we weten hoe de wereld in elkaar zit, nou ja, dat denken we.

We hebben daarentegen ook heel veel afgeleerd, echt heel veel. Spontaneïteit, om maar wat te noemen. Primair reageren op wat er op je afkomt. En we wéten het wel: de eerste reactie is vaak de beste, maar we wéten ook, dat je eerst met de gangbare opvattingen rekening moet houden voor je je eerste reactie geeft. O wacht, dat is dan eigenlijk je eerste reactie niet meer.

Creativiteit: gewoon je fantasie loslaten op de dingen die je tegenkomt. Je pakt een autootje uit de speelgoedkist, en je denkt dat dat is om opgegeten te worden, en je steekt het in je mond. Als peuter en als kleuter kleur je nóóit binnen de lijntjes; waarom als volwassene dan wel?

Jezus heeft het over het ontvangen van een kind. En Hij schakelt zich gelijk aan dat kind: “Wie één van zulke kinderen ontvangt, ontvangt Mij.”

En dan is het niet zo moeilijk allemaal: volgelingen van Jezus zijn kinderen.

En zo noemen we onszelf ook graag: kinderen van God, kinderen van zijn Rijk.

In de praktijk is dat weerbarstiger dan hier in de kerk. Nou ja, zelfs dat weet ik niet eens precies. Als het er op aankomt, bij spanningen of discussies, spreken we elkaar dan ook aan met: ‘Lief kind van God’? Het is niet makkelijk om de ander steeds en in eerste instantie te benaderen als een kind van Gods Rijk.

We zingen Psalm 8: Uit de mond der kinderen hebt Gij u lof bereid. De vraag is een beetje wat dat voor het alledaagse leven betekent.

Ook jij bent iemand in Gods ogen die barst van de creativiteit en spontaneïteit, en tja dan doe je soms dingen die in de grotemensenwereld niet zo makkelijk liggen.

Okee, en als je dat al tegen iemand zou zeggen, dan weet je nog niet hoe hij of zij dan reageert.

Het eerstvolgende grote feest in de kerk is Kerst. O, o, o, wat vertederend is het: het kindeke Jezus in de kribbe. En in alle preken en overwegingen wordt het elk jaar opnieuw wel een keer verkondigd: God is tot ons gekomen niet met pracht en praal, niet in een paleis, niet met toeters en ballonnen, maar in een kind, in een kribbe.

En een paar dagen later vliegen we elkaar weer in de haren, alsof het Kerstkind voor niets als kind ter wereld is gekomen.

Okee, het beleid van Gods Kinderrijk.

  1. Asiel en migratie. ‘Pappa, jij vertelt elk jaar bij Pesach toch het verhaal van de bevrijding uit Egypte? En altijd weer citeer je dan de woorden: “Gedenk dat gijzelf vreemdeling geweest zijt in het land Egypte”.  Dan is het toch niet zo moeilijk!’
  2. Hoe gaat het met de natuur in Gods Kinderrijk? ‘Mama, in de Bijbel staat toch, dat we de aarde moeten bebouwen en bewaren? Dan is het toch makkelijk: je laat alles heel; dat is bewaren, en je zorgt ervoor dat alle mensen op de hele aarde genoeg te eten hebben.’ Tja, beste mensen, met zo’n kind hoef je niet te discussiëren over stikstof en transities.

Nou, ik ga niet alle beleidsonderwerpen van deze tijd doornemen. Dat is een gespreksonderwerp zo dadelijk bij de koffie. Hoe zou de wereld waarin we leven volgens Gods Kinderrijk eruit zien?

Ik kom nog heel even terug op het begin van het verhaal van vanochtend. Jezus neemt zijn leerlingen apart om hen onderricht te geven. Onderricht. Zie je wel, het zijn gewoon kinderen in de klas. En dat zie ik maar als een oproep aan ons allemaal. Zoek de plaatsen op, waar door of namens Jezus onderricht gegeven wordt. Ga gewoon als een kind in de klas zitten bij leerhuisavonden, Bijbelstudie, catechisatie en noem maar op.

Eén van de beroemdste zinnen uit de rabbijnse traditie is deze: ‘Ga heen, en leer.’ De overeenkomst met Gods wereld als Gods Kinderrijk is treffend. Leren als een kind, kennis opzuigen als een kind, vragen stellen als een kind, elkaar aanspreken als een kind in Gods rijk, Gods Kinderrijk.

Amen.

Rechtvaardigheid in de politiek

De verkiezingen van maart 2023 voor de Provinciale Staten en dus ook voor de Eerste Kamer hebben een aardverschuiving teweeg gebracht. Naast alle vragen op dossier-niveau, met name over stikstof, bleef er maar één vraag over: is er een overkoepelend thema waarmee vanuit het versmalde politiek midden een antwoord kan komen op de vragen van vandaag?

In dit artikel probeer ik het begin van een antwoord te formuleren. En dat antwoord heeft als centraal begrip: rechtvaardigheid.

Van mij mag iedereen meedenken en meeschrijven. En het liefst opbouwend en aanvullend.

Ik ben heel benieuwd!

Preken Stille Week

Voor de geïnteresseerde lezer: hierbij de preken van Witte Donderdag en Paasochtend.

In de eerste preek proberen we mee te beleven wat er door Jezus heengegaan moest zijn toen Hij voor het laatst de Paasmaaltijd met zijn leerlingen vierde. Volgens Johannes verliet Jezus de Paasmaaltijdzaal nadat ze de lofzang gezongen hadden. Dus met Psakm 118 in het hoofd gaat Hij op weg naar het proces en de veroordeling. Dat is bijna niet te bevatten.

En dan Maria in de tuin bij het open graf! Dat bijna té intieme moment met ‘Maria’ en ‘Rabboeni’! Kippenvel. Maar hoe mooi dat verhaal ook is, er is in de verhalen rond de opstanding nooit sprake van feest, uitbundigheid of opluchting. Nooit. Omgaan met de verrezen Heer is knap lastig, zo lijkt het.

Veel leesplezier!

Bijzondere dag, opnieuw

Afgelopen zondag stond het verhaal van de verheerlijking op de berg (Matteüs 17: 1 – 9) op het rooster.

Dat heeft één van de meest bijzondere preken uit mijn predikantenbestaan opgeleverd, althans dat vind ik zelf. Misschien dat anderen dat ook vinden, en daar kennis van willen nemen. Ik heb daarom de tekst van de preek gepubliceerd, en ook de opname ervan.

En ’s middags heb ik voor het eerst mijn kleindochter Chloë in m’n armen gehad, en ook dat is een moment van heerlijkheid.

Vervolgens (volle zondag) heb ik de repetitie en de uitvoering bijgewoond van de Choral Evensong, de allereerste Choral Evensong in de Grote of St. Janskerk in Schiedam,

Kortom: opnieuw een bijzondere dag!

Minister luistert!

Toch wel bijzonder: vorige week vrijdag publiceerde Trouw een artikel over de huursector, waarin ik een aantal pijnpunten benoem en oplossingen voorstel, staat er vandaag een artikel in, waarin de plannen van minister De Jonge ontvouwd worden. Zoek de overeenkomsten (en de verschillen).

Bijzonder etmaal

Een heel bijzonder etmaal achter de rug! Klik op de link onder de foto’s voor nadere informatie.

  1. Op 23 februari een prachtige avond oer de Johannes Passion gehad
  2. De volgende ochtend gebeld met de mededeling dat onze eerste kleindochter is geboren: Chloë. We zijn dus opa en oma.
  3. En later die ochtend heb ik gezien dat mijn artikel over het nationaliseren van de huursector in de woningmarkt in Trouw is geplaatst.

Zoveel mooie dingen in één etmaal – dat overkomt me niet vaak!

https://www.youtube.com/live/Z8rMNP_BJVY?feature=share
https://www.trouw.nl/opinie/de-overheid-moet-de-huursector-nationaliseren~bb682c53/

Klaassen speelt voor God en kan geen Bijbellezen

Voor de zoveelste keer biedt het Nederlands Dagblad een podium aan Maarten Klaassen, de man die zich er nota bene niet voor schaamt voor God te spelen. Hij weet precies wat de toelatingseisen voor het Koninkrijk van God zijn, en volgens hem is één van die eisen: geen homo zijn. Ben je dat wel, en praktiseer je je identiteit als homo, dan zul je branden in de hel (dat is het enige alternatief dat in de wereld van Klaassen bestaat voor het Koninkrijk van God in the afterlife).

Klaassen is noch God noch Morgan Freeman

Als hij niet zelf de stap had gezet om de PKN te verlaten, had ik serieus een verzoek aan de synode gedaan om hem uit zijn ambt te zetten. Maar hij hoort nu bij de Hersteld Hervormden, en die snode kerkscheurders zijn juist vanwege dit onderwerp op zichzelf gegaan.

Temidden van allerlei andere onzin die hij uitkraamt, vind ik dit dus wel de ergste: voor God spelen. Met een glimlach op het gezicht. God Klaassen. Benieuwd of hij voor zichzelf wel een plaatsje in het Koninkrijk van God voor ogen heeft!

Volgens het artikel in het ND van 6 januari 2023 vindt hij het huwelijk een ‘exclusief, levenslang verbond tussen één man en één vrouw’. Misschien kan Klaassen uitleggen hoe dat zit met Lamech (twee vrouwen), Abram (Sara en Hagar), met Jakob (Lea, Rachel, Bilha, Zilpa), of met het voorschrift van Mozes als het gaat om toekomstige koningen van Israël; die mogen ‘niet veel vrouwen’ hebben (Deuteronomium 17: 17). En wie nu echt gelooft, dat God polygamie verbiedt, moet toch eens uitleggen hoe dat dan met de koningen David en Salomo zat. Niet het aantal vrouwen maakte Salomo ontrouw aan de Heer, maar het feit dat er veel buitenlandse, en in joodse ogen dus heidense vrouwen tussen zaten – dat maakte de kwestie dubieus.

En tegen David zegt de profeet Nathan, dat God hem (David dus) ‘het paleis van uw heer en de vrouwen van uw Heer’ heeft gegeven. Let wel: de Heer zelf heeft aan David de vrouwen van Saul gegeven (2 Samuël 12: 8).

Het hele Oude Testament is een bolwerk van polygamie. Het feit dat er in dat Oude Testament bijna geen enkele man beschreven wordt, die (slechts) één vrouw had, is veelzeggend.

Selectief Bijbellezen – dat kan Klaassen prima. Maar hij laat hele rijen tittels, jota’s en complete pericopen weg uit de Schrift als die hem niet goed uitkomen. Voor God spelen is erg, maar de Schrift naar je hand zetten is een goeie tweede.

Ik hoop dat hij het publieke debat vermijdt. Zolang dat niet het geval is, zal ik proberen een stevig tegengeluid te laten horen.

Ds. Jan de Visser

Predikant Exodusgemeente Middelharnis – Sommelsdijk