Aan de heer G. (Geert) Wilders
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Afgelopen vrijdag (18 oktober 2024) heeft de predikantenbeweging ‘Op Goed Gerucht’ een studiedag gehouden over politiek en religie. Sprekers waren Jaap Smit, predikant en voormalig Commissaris van de Koning en Joost Röselaers, predikant en auteur van ‘De leegte voorbij’.
In de voorbereiding op deze dag zat ik te overdenken, hoe vrijblijvend het kan zijn als je maar blijft praten over dit onderwerp, zonder er iets aan te doen, gesteld dat je dat nodig vindt.
Ik heb me toen aan een poging gewaagd om iets te schrijven vanuit de vraag: hoe kun je als pastor de politiek c.q. een politicus benaderen? Mijn grootste probleem in de politiek heet Wilders – laat ik daar helder over zijn. Misschien een beetje overdreven, maar Wilders is voor mij zo ongeveer de belichaming van het politieke kwaad in ons land. Ik kan werkelijk geen greintje waardering opbrengen voor wat deze man heeft gedaan. Hij is al ongeveer 25 jaar Kamerlid, maar zit bijna nooit op z’n plek. Hij heeft ongeveer net zo lang een peperdure beveiliging, en zijn prestatie? Bijna niets.
Hij is fractievoorzitter van de grootste partij in de Tweede Kamer, en heeft het initiatief voor een nieuw kabinet genomen. Daar is een regering uit voortgekomen, zeker. Maar het is in geen enkel opzicht het kabinet-Wilders, zelfs niet in afgeleide zin, want in de eerste honderd dagen van deze regering heeft hij tal van aanvallen op die regering ondernomen.
Wilders heeft geen kabinet, hij heeft geen partij met leden, hij is lucht.
Hij is aanwezig bij de herdenking van het leed dat het volk Israël is aangedaan, maar hij staat net zo makkelijk op de foto met de grootste antisemieten van deze wereld.
Als Wilders al iets is, dan is dat de belichaming van het politieke kwaad in ons land.
Ooit was er iemand met een profetisch karakter die de mensheid voorhield wat goed is voor een mens: rechtvaardigheid, liefdevolle trouw en nederigheid in de omgang met mensen. Het tegendeel hiervan zie ik in Wilders. En daarom noem ik hem, als tegenstelling tot de waarheid, de belichaming van het kwaad. Hij is opzettelijk, bewust en weloverwogen in geen enkel opzicht betrouwbaar, hij bedrijft grote onrechtvaardigheid in zijn benadering van eenieder die hem niet aanstaat, en iedere vorm van ootmoed of nederigheid is hem vreemd. Nu geldt dat laatste ook voor iedereen in de politiek; nederige politici ken ik niet; misschien juist daarom.
Ik houd niet van vijandbeelden (hij is niet mijn vijand), maar een groter tegenstelling dan tussen Wilders en mij kan ik me niet voorstellen.
Wilders zal zeggen, dat hij wél vijanden heeft, en dat hij daarom niet in vrijheid kan leven; permanente beveiliging enzovoort. Het is min of meer in hem te prijzen dat hij het daar bijna nooit over heeft, maar ik denk dat hij argumenten die daarop gebaseerd zijn, als zwaktebod van hemzelf ervaart, en dat vindt hij waarschijnlijk nog erger dan de beveiliging zelf.
Ik probeer de opdracht te volbrengen die ook in één van die oude geschriften staat: ‘Heb uw vijanden lief’. (terwijl hij niet eens echt mijn vijand ís!) Het makkelijkste is het om dat binnenskamers te zeggen, of in een studiedag over religie en politiek, maar ik wilde het daar niet bij laten. Daarom heb ik hem eenvoudigweg een brief geschreven, zie DEZE LINK.
Mijn oproep aan alle lezers is om een dergelijke brief te schrijven of op welke manier dan ook gestalte geven aan Jezus’ opdracht om je vijanden lief te hebben. Ik weet dat ook in kerken, en mogelijk ook in het predikantenbestand een slordige 25% zich tot de PVV bekent, dus misschien is ook in kerkelijke kring bovenstaande oproep controversieel. Ik hoop van niet, want dat betekent dat de rest van de kerkleden en pastores aan deze oproep gehoor zouden kunnen geven.
Ben benieuwd.
Jan de Visser
Recente reacties